Het aanbestedingsrecht is het aangewezen kader wanneer er sprake is van een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel tussen één of meer aanbestedende diensten en één of meer ondernemers die betrekking heeft op de uitvoering van werken, de verlening van diensten of de levering van producten (artikel 2, 17° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten). Die definitie houdt twee elementen in. Er moet sprake zijn van een ‘aanbestedende overheid’ en , ten tweede, de overeenkomst moet betrekking hebben op de uitvoering van werken levering van diensten of producten die wordt vergoed door de overheid. Dat een gemeente een overheid is in de zin van de wet op de overheidsopdrachten is een evidentie. Of een cultuurhuis of gemeenschapscentrum een overheid kan zijn, is soms minder evident. Men hanteert doorgaans een functionele uitleg van het begrip ‘publiekrechtelijke instelling’. Om vast te stellen of er bij een bepaalde entiteit sprake is van een publiekrechtelijke instelling, moeten de kenmerken en de functie van de instelling worden bekeken. Hierbij wordt met name gelet op de samenstelling en de taak van de entiteit in kwestie en of er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie met de overheid. Aangezien een cultuurhuis of gemeenschapscentrum meestal een in infrastructuur verankerde culturele ontmoetingsplek is die de gemeente beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking, zal er meestal sprake zijn van een aanbestedende overheid. Of dergelijk overheid de aanbestedingsregels moet volgen, hangt, op hun beurt, af van het feit of er sprake is van een levering van producten, verlenen van diensten of uitvoering van werken. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen een aantal scenario’s: (i) aankoop van een kunstwerk (ii) ‘open call’ om deel te nemen aan een groep of solo expositie (iii) organisatie van een tentoonstelling met kunstenaars die vergoed worden. Aankoop van een kunstwerk De aanschaf van een kunstwerk is aanbestedingsplichtig. Er is immers sprake van een overeenkomst ten bezwarende titel met als voorwerp de uitvoering en levering van een kunstwerk. De aanbestedingsregels dienen gevolgd te worden als er een wedstrijd wordt uitgeschreven om een kunstwerk (bv. op een rondpunt in de gemeente) te creëren. Minder eenvoudig is het als de gemeente een kunstwerk van een welbepaald kunstenaar die in de gemeente vertoeft, wenst aan te schaffen. In principe, moet men dan de aanbestedingsregels volgen. In sommige gevallen zou er echter gebruik kunnen worden gemaakt van een uitzonderingsregime (met name de “onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking”). Die uitzondering maakt het mogelijk om werken, leveringen of diensten die alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, om een van de volgende redenen (i) de opdracht heeft als doel het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of het leveren van een unieke artistieke prestatie (ii) mededinging ontbreekt om technische redenen (iii) uitsluitende rechten moeten worden beschermd, met inbegrip van de intellectuele eigendomsrechten, te verrichten met minimale administratieve last. De genoemde uitzondering geldt alleen als er geen redelijk alternatief bestaat en het ontbreken van mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de opdracht. De aankoop van een kunstwerk van een kunstenaars die woonachtig is in de gemeente en wiens werk, als hommage, om die reden wordt aangekocht zou onder de uitzonderingsregels kunnen vallen waardoor kan volstaan met een plaatsingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of zelfs gewoon aanvaarding van een factuur (als waarde van het kunstwerk niet boven de 30.000 EUR ligt). ‘open call’ voor deelname aan een expositie Het kenmerk van een open call is doorgaans dat de overeenkomst tussen de deelnemer en de gemeente/cultuurhuis ten kosteloze titel. Meer zelfs, het cultuurhuis zal doorgaans een percentage van de opbrengst van de verkopen vragen als vergoeding. Of het feit dat de kunstenaar een voordeel kan genieten (via verkopen) een indicatie is van een bezwarend karakter lijkt ontkennend te moeten beantwoord worden. Organisatie van een expo met kunstenaars die vergoed worden Een tentoonstelling naar aanleiding waarvan kunstenaars een overeenkomst tot leveren van of uitvoeren van een kunstwerk ondertekenen in ruil voor een tegenprestatie door de overheid, moet georganiseerd worden via een openbare aanbesteding. Een type voorbeeld hiervan is de triënnale Beaufort waar de deelnemende gemeentes kunstwerken aankopen van de deelnemende kunstenaars. Een organisatie van een expo vraagt veel partners. Naast de deelnemende kunstenaars, is er vaak een curator die het opzet uittekent alsook commerciële partners (verzekeraars, enz). Elkeen van hen levert diensten of voert werken uit waardoor de aanbestedingsregels gelden. Een alternatief is om de organisatie uit te besteden aan een private partner die dan, op eigen initiatief, met het voorziene budget en zonder aanbesteding, beroep kan doen op andere partners (zoals een curator, verzekeraar, enz.). Die werkwijze omzeilt het scenario waarin een curator gekozen wordt via een aanbesteding. Indien het dan bovendien de bedoeling de kunstenaars te vergoeden, ontstaat er ook een contractuele relatie tussen aanbestedende overheid en de kunstenaars waardoor de keuze van de kunstenaars ook op grond van de aanbestedingsregels dient te gebeuren. Die juridische verplichtingen komen bevreemdend over in een tentoonstellingscontext en druisen in tegen de aard van de opdracht van de curator die meestal op eigen initiatief een selectie maakt van kunstenaars in functie van de opzet van de expositie. Een curator zou daarom tegelijk de administratieve (betaling van vergoeding, expositiecontracten, enz.) rompslomp erbij moet nemen om te vermijden dat de kunstenaar via aanbesteding moet worden geselecteerd. Indien kunstenaars worden geselecteerd via een overeenkomst ten kosteloze titel (bijv. een bruikleen), kan men uiteraard een curator aanstellen die kunstenaars selecteert zonder dat dit in het keurslijf van de aanbestedingsregels moet gepast worden. De aanbestedingsregels zijn uiteraard niet altijd van toepassing. De wet hanteert drempels om te bepalen welke procedure moet gevolgd worden. Als het tentoonstellingsproject 30.000 euro niet overschrijdt (het uiteindelijk goed te keuren bedrag mag evenmin 30.000 euro zonder btw overschrijden), kun je de opdracht sluiten met een ‘aanvaarde factuur’. De factuur geldt als bewijs van de sluiting van de opdracht. Andere documenten zijn niet vereist. Voor openbare aanbestedingen onder een bedrag van 144.000 EUR, verloopt de procedure in één fase (zogeheten “onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking”) waarbij u zelf een aantal ondernemers selecteert en hen uitnodigt om een offerte in te dienen. Na de indiening van de offertes heeft u nog de mogelijkheid om met één of meer inschrijvers hierover te onderhandelen. Die procedure geldt ook als er slechts aan één opdrachtnemer kan gegund worden (zie, casus aankoop van een uniek kunstwerk waarbij uniciteit inherent is aan de identiteit van kunstenaar). Tussen de 144.000 EUR en de 750.000 EUR moet de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking worden gevolgd. Dit is een flexibele gunningsmethode waarbij de aanbesteder de mogelijkheid krijgt om de opdracht toe te kennen aan de meest economisch voordelige offerte. De toekenning hoeft niet op basis van prijs-kwaliteit te gebeuren. Ede aanbesteder kan zelf zijn criteria kiezen. Voor aanbestedingen boven de 750.00 EUR geldt de algemene aanbestedingsprocedure (“openbaar” in één fase of “niet-openbaar” in twee fases). Kenmerkend is dat de overheid hier, zonder onderhandeling, een deelnemer kiest op basis van de gunningscriteria in de aanbestedingsdocumenten.